De Olympische Spelen zijn wereldwijd bekend en honderden miljoenen kijkers zitten elke editie weer voor de buis gekluisterd. Het evenement gaat jaren en jaren terug in de tijd en heeft al de nodige bizarre ontwikkelingen gekend. Denk bijvoorbeeld aan de megaworp van Robert Garrett en de aangeschoten Hans-Gunnar Liljenwall.
Robert Garrett (Verenigde Staten)
In 1896 deed Robert Garrett voor de allereerste keer mee aan de Olympische Spelen. De Amerikaan gooide gelijk een record van 29,15 meter. Het meest bijzondere was dat Garrett nooit eerder een discus in zijn handen had gehad, maar zijn oefeningen deed met een tien kilo zware steen. Wat zijn prestatie natuurlijk alleen nog maar bijzonderder maakte.
Paul Neumann (Oostenrijk)
De Oostenrijker Paul Neumann was ook van de partij op de Olympische Spelen in 1896. De zwemmer won de gouden medaille op de vijfhonderd meter vrije slag. Het unieke aan deze prestatie was dat zijn voorsprong op de nummer twee ruim anderhalve minuut bedroeg en dat op zo’n korte afstand. Dit is tegenwoordig niet meer denkbaar, gelukkig!
George Eyser (Verenigde Staten)
De Amerikaan George Eyser bleek oppermachtig tijdens de Olympische Spelen van 1904. De gymnast won zes plakken, een uitzonderlijke prestatie. Opmerkelijk, dit deed hij met een houten been. Destijds bestonden er nog geen Spelen voor mensen met een handicap, maar desondanks wist niemand hem van zijn succes af te houden.
Oscar Swahn (Zweden)
Schieten was tijdens de Olympische Spelen van 1920 een onderdeel en dat is niet nu nog altijd. Maar tijdens die Spelen werd er een bijzonder record gezet. De Zweed Oscar Swahn won de gouden medaille en werd daarmee ook gelijk de oudste winnaar van een medaille in de geschiedenis. Swahn was op het moment van deze overwinning ruim 72 jaar oud.