Olympische Winterspelen

De Olympische Winterspelen werden voor het eerst gehouden in 1924 in het Franse Chamonix. Deze werden gecreëerd zodat ook sneeuw- en ijssporten beoefend konden worden. Iets wat tijdens de zomer niet mogelijk is. Voor kunstschaatsers was in 1908 en 1920 al een uitzondering gemaakt, net als ijshockey in 1920. Dit waren speciale sporten die tijdens de Zomerspelen werden getest. Sinds 1924 werden om de vier jaar de Zomer- en de Winterspelen gehouden. Met uitzondering van de Tweede Wereldoorlog toen de Olympische Spelen werden afgelast.

Locaties

Tot 1992 werden de Olympische Zomerspelen en de Winterspelen in hetzelfde jaar gehouden. Olympische spelen Sindsdien zijn deze van elkaar losgekoppeld en wordt om deze afwisselend om de twee jaar gehouden met de start in het Noorse Lillehammer. De laatste editie speelde zich af in het Canadese Vancouver.

Een van de weinige onderdelen waar Nederland al jaren op weet te schoren is het schaatsen. Ook voor de schaatsers zelf is het Olympische Winterspelen schaatsen. OS 2010 schaatsen kenmerkte zich vooral door het wisselmoment van Sven Kramer. Nadat hij al enkele medailles in de wacht had gesleept ging het mis op de 10 kilometer. Hij pakte de verkeerde baan op aanraden van zijn coach Gerard Kempes. Hij eindigde wel als eerste, maar werd hiervoor gediskwalificeerd.

Nederlanders op de Olympische Spelen

Bekende Nederlandse schaatsers Olympische Spelen zijn Rintje Ritsma, Bart Veldkamp, Ireen Wüst, Mark Tuitert, Gianni Romme en Bob de Jong. Bekende Nederlandse kunstschaatsers Olympische Spelen zijn Sjoukje Dijkstra en Dianna de Leeuw. Allen hebben een of meerdere medailles gewonnen. Andere bekende sporters die aan de Winterspelen hebben meegedaan zijn de ijshockeyploegen van Canada en de Verenigde Staten en langlaufer Ljoebov Jegorova.